Nieuwe omstandigheden vragen om een nieuwe aanpak. Deze omstandigheden kunnen worden benaderd als een bedreiging of als een kans. In het eerste geval is het vanzelfsprekend dat er door een aantal (kleine) aanpassingen een (tijdelijke) oplossing wordt gevonden, tot de volgende verandering zich aandient. In het tweede geval zijn deze nieuwe omstandigheden een kans om structureel na te denken over de handelswijze van een bedrijf/organisatie. Nu is dus het moment om niet enkel bij te sturen, maar koers te wijzigen naar de toekomst!
Dit leidt bij veel (commerciële) bedrijven tot inzichten en vernieuwende organisatiemodellen, verdienmodellen, communicatiestrategieen en vruchtbare samenwerkingen tussen verschillende partners (al dan niet in dezelfde brache).
In het algemeen mist de Jongerenraad een link met de maatschappij bij de activiteiten. Vanzelfsprekend focust een activiteit zich op de doelgroep, maar gezien de veranderingen (de zogenoemde ‘draaiknoppen’) i.c.m. de doelstellingen van deze opdracht is een samenwerking/ actief betrekken van de omgeving een must. Hiermee is niet gezegd dat iedere activiteit een verkapt participatieproject moet worden, waarbij de doelgroep erbij inschiet. Maar bijvoorbeeld wel dat de relevantie en resultaten gedeeld moeten worden met de omgeving. Hierdoor kan een draagvlak van zichtbaarheid en begrip worden gecreëerd dat de informele netwerken kan ondersteunen.
Jongeren @ Work
Initiatieven zoals J@W worden door het hele land op poten gezet met resultaat. Komende periode worden de verbindingen versterkt, maar wat JRM graag nog zou willen zien is dat er wordt gekeken naar de landelijke initiatieven (wat daar goed/fout gaat) en succesverhalen.
Zwerfjongeren
Om u van goed advies te kunnen voorzien hebben we gesproken met een ex-zwerfjongere (Sven Esser) en zijn verhaal/kijk gevraagd. Samengevat waren er 2 valkuilen, de opvang en het inkomen. Hoewel opvanghuizen naar behoren werken, kan de groepsdynamiek ook negatievere effecten met zich meebrengen. Een alternatief zou zijn een aantal ‘studenten’kamers waar de begeleiding regelmatig langs komt, ondersteund met gemeenschappelijke ontmoetingsplaatsen (wellicht een nieuwe invulling van de buurthuizen). Dit zodat er persoonlijker gewerkt kan worden en makkelijker aansluiting kan worden gevonden bij de buurt (die denkt: “het is er maar eentje in plaats van een heel huis vol”).
Wat betreft inkomen wordt er nu gezorgd voor een uitkering, maar dit moet slechts tijdelijk middel zijn en geen oplossing. Inkomen is dus pas voldaan bij een vaste baan/aanstelling. Hiervoor is vereist dat jongeren andere nazorg krijgen waar de focus ligt op een ‘eerlijke start’. Dit door te motiveren en de jongeren in hun kracht te zetten (niet werken om te werken, maar werk dat aanspreekt – jongeren moeten nog minstens 40 jaar werken).
Dit verhaal pleit tussen de regels voor een betere samenwerking tussen de verschillende activiteiten (vb. J@W en initiatieven zoal Emmaus).
Hopend u voldoende te hebben geadviseerd,
Emmanuel Merkus,
Namens de Jongerenraad Maastricht